CONTACTNLEN

Belastingdienst, laat je kaarten zien!

Marlijn Mokveld

In de media is er al geruime tijd veel aandacht voor: de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Volgens de 'Adviescommissie uitvoering toeslagen'1 die 14 november 2019 een rapport heeft uitgebracht en aangeboden aan de Tweede Kamer, heeft de Belastingdienst Toeslagen de grenzen van de handhaving doelbewust opgezocht en ook overschreden. Gezinnen zijn hierdoor onterecht hun kinderopvangtoeslag kwijtgeraakt waardoor zij zowel materiele als immateriële schade hebben geleden.  

De meest recente ontwikkeling in de toeslagenaffaire is dat volgens Trouw en RTL Nieuws de staatssecretaris van Financiën cruciale stukken heeft achtergehouden voor de Tweede Kamer. Uit deze stukken zou o.a. blijken dat het stopzetten van de kinderopvangtoeslag veel vaker gebeurde en het aantal gedupeerden van de toeslagenaffaire veel groter is dan door de staatssecretaris toegegeven. Het achterhouden van stukken kan van invloed zijn op het rapport van de Adviescommissie. Immers, gebleken is dat het onderzoek is verricht zonder volledige inzage in alle stukken. Deze week zal staatsecretaris Snel zich moeten verantwoorden voor de Kamer.

Deze gang van zaken raakt ook de fiscale procespraktijk. Het bevestigt het belang om tijdens een procedure tegen een belastingaanslag of informatiebeschikking bij de Belastingdienst te verzoeken om inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Waarbij ook actief gevraagd moet worden of de Belastingdienst in de procedure stukken achterhoudt. Oftewel: Belastingdienst, laat je kaarten zien. 

Het recht op inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken is een fundamenteel beginsel van procesrecht, waaronder het beginsel van equality of arms. Het geeft een belanghebbende – en in beroep ook de rechter – een compleet beeld van het geschil en biedt een belanghebbende de mogelijkheid om optimaal verweer te voeren. 

Ook biedt het recht op inzage een controlefunctie. Wordt de procedure volgens de regels gespeeld? Net als bij de toeslagenaffaire kan dit van belang zijn voor de uitkomst van een zaak.  

Indien een belanghebbende meent dat de Belastingdienst ten onrechte2 stukken achterhoudt tijdens zijn procedure, dan kan hierover in beroep worden geklaagd bij de rechter. De zogenoemde geheimhoudingskamer buigt zich over de vraag of de Belastingdienst terecht een beroep op geheimhouding doet. Zo niet, dan dient de Belastingdienst de betreffende stukken alsnog te overleggen. Wanneer de Belastingdienst dit weigert kan de rechter daaraan de gevolgen verbinden die hem geraden voorkomen. Dit zou zelfs kunnen leiden tot vernietiging van de bestreden belastingaanslag.

Recente rechtspraak laat evenwel zien dat er niet altijd consequenties voor de Belastingdienst zijn wanneer geen gehoor wordt gegeven aan de opdracht van de rechter om stukken alsnog in de procedure te brengen.3 Dit is geen wenselijke uitkomst, omdat dit ertoe kan leiden dat de Belastingdienst opportunistisch met het inzagerecht omgaat en daarmee controle van de belastingaanslag en van haar eigen handelen uit de weg kan gaan. 

Het recht op inzage blijft een fundamenteel beginsel van procesrecht en het is belangrijk om in een belastingprocedure altijd te verzoeken om inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Het spel dient op een eerlijk speelveld te worden gespeeld.

  1. Deze commissie heeft kort samengevat onderzocht hoe in de praktijk beter rekening kan worden gehouden met de gerechtvaardigde belangen van de toeslaggerechtigden. 
  2. Onder bepaalde voorwaarden kan de Belastingdienst een gegrond beroep op geheimhouding doen.
  3. HR 15 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1785.