CONTACTNLEN

Buitenspel worden gezet door de bank, dat kan niet zomaar

Karin de Lange

Onder druk van torenhoge transacties en verscherpt toezicht op witwassen, terrorismefinanciering en sanctieregelgeving hanteren banken een steeds strenger klantenbeleid. In toenemende mate zeggen banken hun klantenrelaties op met (rechts)personen die worden verdacht van of zijn veroordeeld voor een fraudedelict. Het blijkt voor personen van Iraanse afkomst lastig een bankrekening te openen. Recent is gebleken dat de Rabobank geen betaaldvoetbalclubs meer als nieuwe klant accepteert omdat zij zouden leiden tot "verhoogde tot onacceptabele risico?s op witwassen, corruptie, fraude en overige misstanden".1

Deze voorbeelden staan helaas niet op zich. De banken willen koste wat kost voorkomen dat zij betrokken raken bij mogelijke witwasschandalen, corruptie of andere overtredingen van wet- en regelgeving. Hoewel dit vanuit het oogpunt van de banken wellicht begrijpelijk is, heeft dit verstrekkende gevolgen voor de betreffende (rechts)personen en staat dit mogelijk op gespannen voet met het in Nederland geldende wettelijk recht op een betaalrekening. 

Vooropgesteld moet worden dat een bank een bankrelatie niet zonder meer mag beëindigen. Ook niet in geval iemand wordt verdacht van een fraudedelict. Bij opzegging van een bankrelatie dient de bank te allen tijde een zorgvuldigheidsplicht in acht te nemen. Anders dan banken in sommige gevallen stellen, is het enkele bieden van een termijn voor het vinden van een andere bank niet zonder meer voldoende. De zorgvuldigheidsplicht van de bank brengt met zich dat de bank rekening dient te houden met de gerechtvaardigde belangen van de klant. Dit betekent onder meer dat het een bank onder omstandigheden niet is toegestaan de bancaire relatie op te zeggen zonder dat daadwerkelijk is vastgesteld dat de gelden op de betreffende bankrekening afkomstig zijn van strafbare feiten. Het belang van deze zorgvuldigheidsplicht geldt temeer nu het voor een (rechts)persoon na opzegging van een bancaire relatie ingewikkeld is, zo niet onmogelijk, om een nieuwe bank te vinden. 

Uit de hiervoor genoemde voorbeelden blijkt dat sommige banken bij voorbaat bankrelaties met bepaalde klanten en groeperingen uitsluiten. Deze vergaande en onwenselijke ontwikkeling vindt geen grondslag in de wet. De Wwft2 eist niet van banken dat zij groeperingen uitsluiten. Integendeel, banken worden geacht een risicoanalyse te maken op basis van een groot aantal factoren. De factor cliënten is daar slechts één van. De Nederlandsche Bank vraagt juist van haar banken alle factoren mee te wegen en alleen indien nodig (aanvullende) risicomaatregelen te treffen. Nergens wordt van de bank verwacht dat zij bepaalde groepen categoraal uitsluit. Ook uit de rechtspraak blijkt dat ieder geval individueel wordt beoordeeld en dat alle factoren dus dienen te worden meegewogen. 

Indien u wordt geconfronteerd met een opzegging van de bancaire relatie of (categoraal) wordt uitgesloten als klant, hoeft u zich hier niet zomaar bij neer te leggen. Het is belangrijk dat uw concrete geval op haar eigen merites wordt beoordeeld. Wij zijn graag bereid daar voor u naar te kijken en eventuele stappen jegens een bank te ondernemen.

  1. https://www.nrc.nl/nieuws/2019/08/19/rabobank-wantrouwt-eigenaren-voetbalclubs-a3970536
  2. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.