CONTACTNLEN
foto Bob de Koning

Excuses van de Belastingdienst: meer transparantie beloofd?

Bob de Koning

De afgelopen tijd vonden ongeveer 60.000 mensen een blauwe envelop op de deurmat met daarin een excuusbrief van de Belastingdienst. "U krijgt deze brief omdat uw gegevens in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) van de Belastingdienst stonden. Het gebruik van deze voorziening voldeed niet aan de privacywet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), omdat te veel medewerkers toegang hadden en de gegevens hierin te lang werden bewaard. Sommige gegevens zijn bovendien onterecht opgenomen. Dat spijt ons zeer.", zo luidt de eerste alinea.1      

Dat de Belastingdienst excuses aanbiedt aan de betrokkenen en hen in de gelegenheid stelt om contact op te nemen, is - zeker met de Toeslagenaffaire in het collectief geheugen gegrift - een eerste stap in de goede richting.

Tegelijkertijd kan daarmee niet worden volstaan. Het gebruik van registratiesystemen zoals de FSV en bovenal het gebrek aan transparantie daarover raken namelijk de grondbeginselen van de democratische rechtstaat waarin burgers effectieve rechtsbescherming genieten tegen de overheid. Ik licht dat toe.

Uit een recent verschenen kamerbrief blijkt dat de Belastingdienst gedurende ongeveer twintig jaar gebruik heeft gemaakt van de FSV (dan wel een voorloper daarvan).2 Vermoedens en signalen van fraude werden geregistreerd en vervolgens gebruikt bij de beoordeling van individuele belastingaanslagen en toeslagaanvragen.3 Als de berichten kloppen, werden zelfs verzoeken om betalingsregelingen afgewezen omdat de aanvrager stond geregistreerd in de FSV; zelfs als de juistheid van die registratie niet inhoudelijk was onderzocht.

Desondanks werd in individuele belastinggeschillen nimmer - de uitzondering bevestigt de regel - kenbaar gemaakt dat een registratie in de FSV (mede) ten grondslag lag aan een dergelijk besluit. En dat terwijl de Belastingdienst op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur verplicht is om ieder besluit deugdelijk te motiveren.

Hetzelfde geldt met betrekking tot het aan belanghebbenden toekomende recht op inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken (7:4, lid 2 Awb). Dat bij uitoefening van dat inzagerecht nooit naar voren is gekomen dat registraties in de FSV een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van individuele besluiten leidt tot de conclusie dat die informatie ten onrechte buiten het zicht werd gehouden.

Het is vanuit het oogpunt van rechtsbescherming zeer zorgelijk als de Belastingdienst in individuele zaken niet (volledig) transparant is over de wijze waarop een besluit tot stand is gekomen. Een belanghebbende kan zich haast - zeker in de bezwaarfase waarin van diezelfde Belastingdienst een heroverweging wordt verwacht - onmogelijk met succes verdedigen tegen hem niet kenbare vermoedens van fraude. Vooringenomenheid ligt immers op de loer als besluiten tot stand komen op basis van vermoedens. In die gevallen vormt de wettelijke verplichting om eerst de bezwaarprocedure te doorlopen voordat beroep kan worden ingesteld slechts een (kostbaar) obstakel om recht te halen.

Dat de bewindspersonen in de kamerbrief hebben aangeven dat betrokkenen met een beroep op het inzagerecht op basis van de AVG te weten kunnen komen of zij geregistreerd stonden in een dergelijk systeem van de Belastingdienst, geeft hoop maar schept ook verwachtingen. Volledige inzage leidt er mogelijk toe dat in individuele gevallen kan worden aangetoond dat besluiten tot stand zijn gekomen op basis van registraties in de FSV.

Krijgen de betrokkenen volledig ongeschoonde inzage of gebruikt men de zwarte markeerstift? Oftewel: is de Belastingdienst echt voor meer transparantie?

  1. Een geanonimiseerd exemplaar van de excuusbrief is gepubliceerd via de NOS: https://nos.nl/artikel/2381069-belastingdienst-stuurt-excuusbrief-ik-was-echt-laaiend-toen-ik-m-las.
  2. Dat systeem genaamd PIT komt uit 2001 is sinds 2014 omgebouwd tot FSV, hetwelk tot 27 februari 2020 is gebruikt.
  3. Brief 28 april 2021, kenmerk 2020-0000082569.