CONTACTNLEN

Inkeerregeling blijft de gemoederen bezig houden

Marlijn Mokveld

Opnieuw wordt de inkeerregeling verder aan banden gelegd en de druk op zwartspaarders opgevoerd. Staatssecretaris Wiebes heeft op 12 april 2016 in de media aangekondigd dat de boete die kan worden opgelegd aan belastingplichtigen die gebruik maken van de inkeerregeling per 1 juli 2016 wordt verdubbeld. De boete bedraagt op dit moment in beginsel 60% van de navorderingsaanslag, maar zal verhoogd worden naar 120%. Niet is uit te sluiten dat de boete in de toekomst verder wordt verhoogd of dat de inkeerregeling zoals deze nu bestaat wordt afgeschaft.

In de woorden van Wiebes: 

"Het spel is klaar; het net sluit zich; je moet eerlijk zijn tegen de Belastingdienst; langer wachten betekent meer betalen."1

De boodschap van Wiebes is dat het verstoppen van geld eigenlijk niet langer meer kan. Vanaf 2017 krijgt de Belastingdienst de bankgegevens uit honderd landen. Met andere woorden; maak schoon schip nu het nog kan.

Gebruikmaking van de inkeerregeling is echter niet zo eenvoudig als de Staatssecretaris doet voorkomen. Onlangs heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin kort samengevat de vraag voorlag of na een succesvol beroep op de inkeerregeling strafrechtelijke vervolging wegens witwassen nog mogelijk is.2  Daarnaast was in deze zaak aan de orde of een derde – niet zijnde de belastingplichtige – ook een beroep op de inkeerregeling kan doen. De Hoge Raad heeft summier weergegeven geoordeeld dat in beginsel slechts de belastingplichtige van de inkeerregeling kan profiteren, maar dat bijzondere omstandigheden – zoals het geval dat de inkeer is bevorderd door een derde - tot een ander oordeel kunnen leiden. Verder kunnen onder bijzondere omstandigheden beginselen van een behoorlijke procesorde meebrengen dat na een geslaagd beroep op de inkeerregeling, niet alsnog strafvervolging wegens witwassen wordt ingesteld. 

Voor wie alsnog wil inkeren geldt dat enige haast is geboden. Door voor 1 juli 2016 een zogenoemde inkeermelding te doen, blijft het huidige boete tarief van 60% van toepassing. De afronding van de inkeerprocedure kan vervolgens daarna geschieden. Belastingplichtigen die buitenlands vermogen buiten het zicht van de Belastingdienst houden en vervolgens tegen de lamp lopen, riskeren een boete 300% van de navorderingsaanslag.