CONTACTNLEN

Pas op met 'standaard' vaststellingsovereenkomst Belastingdienst

Marlijn Mokveld

Van 2 september 2013 tot 1 juli 2014 konden belastingplichtigen boete-vrij inkeren.1 Deze tijdelijke versoepeling van de inkeerregeling heeft geleid tot een groot aantal vrijwillige verbeteringen bij de Belastingdienst. 

Nadat de belastingplichtige en de Belastingdienst overeenstemming hebben bereikt over de na te vorderen belasting en rente, is het in de praktijk gebruikelijk dat een inkeerprocedure wordt afgesloten met een vaststellingsovereenkomst (hierna: vso).2 In deze vso worden kort gezegd afspraken gemaakt over de wijze van vaststelling/navordering en betaling van de belastingschuld en rente. De door de Belastingdienst opgestelde vso bevat een aantal - recentelijk gewijzigde en uitgebreide - standaard voorwaarden, die veelal ongunstig uitwerken voor de belastingplichtige. Een kritische houding is derhalve vereist.

De primaire reden voor de vso is het praktisch voordeel, omdat de belasting en rente volledig verwerkt worden in één op te leggen navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.3 De betrokken belastingplichtige krijgt op deze wijze niet te maken met per belastingjaar afzonderlijk geformaliseerde aanslagen en rente beschikkingen. Ook voor de Belastingdienst is deze administratieve verlichting een voordeel.

Echter, dit praktische voordeel weegt niet altijd op tegen de nadelen van de door de Belastingdienst gebruikte voorwaarden in de zogenoemde standaardovereenkomsten. 

Als voorbeeld van een ongunstige standaard bepaling kan genoemd worden dat de belastingplichtige er uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud mee instemt dat de vastgestelde te betalen bedragen op geen enkele wijze ten laste van enig inkomen voor de inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen kunnen worden gebracht, zoals bijvoorbeeld via verliesverrekening.

Het is echter van belang om per zaak naar de omstandigheden te kijken. Doet een in de overeenkomst opgenomen voorwaarde zich in het concrete geval voor en levert het ondertekenen van de vso de belastingplichtige in dat concrete geval geen nadeel op? 

Als dit tot de conclusie leidt dat de moeite en kosten van het in overleg treden met de Belastingdienst over het aanpassen van de vso opweegt tegen het belang van de belastingplichtige, dan dient deze niet akkoord te gaan met de vso. Het is hier van belang om te beseffen dat voor een doelmatige formalisering van een belastingschuld een vso niet vereist is.4  

Alvorens een vaststellingsovereenkomst wordt ondertekend, dient de belastingplichtige nauwkeurig te controleren of dit geen nadelige gevolgen voor hem heeft. Laat u dan ook adviseren door een deskundige.  

  1. Besluit van 2 september 2013, nr. BLKB 2013/509M.
  2. Zoals bedoeld in art 7:900, lid 1 BW. 
  3. Art. 64 AWR biedt de mogelijkheid een belastingaanslag te formaliseren die formeel in strijd is met de wet, maar materieel tot een gelijke heffing leidt.
  4. Art. 64 AWR en Paragraaf 16, Besluit Fiscaal Bestuursrecht.