CONTACTNLEN

Strenger sanctiebeleid Arbo-wetgeving

Melis van der Wulp

Strenger sanctiebeleid bij (ernstige) overtredingen Arbo-wetgeving.

Bedrijven die de Arbo-regels overtreden krijgen te maken met strengere sancties. De wetgever spreekt in dit kader van 'aanscherping' van de handhaving en het sanctiebeleid. Eén van de meest ingrijpende gevolgen daarvan is de nieuw geïntroduceerde mogelijkheid van het 'preventief stilleggen' van de werkzaamheden van een bedrijf, om herhaling van de overtreding te voorkomen. Opvallend is dat ook de wetgever kennelijk inziet dat de soep hier heet wordt opgediend. In de Memorie van Toelichting (van de aanscherpingswet) wordt opgemerkt:

'De regering is zich er van bewust dat dit een zeer ingrijpende maatregel is. Dit kan echter nodig zijn als bedrijven herhaaldelijk de arbeidswetten overtreden (…) ondanks de eerder opgelegde (forse) boetes.'1

Concreet zijn er vijf belangrijke veranderingen (door de wetgever 'elementen' genoemd) die voor bedrijven directe gevolgen hebben indien zij de Arbo-regels overtreden. De aanscherping van het sanctiebeleid betekent in de eerste plaats het opleggen van hogere boetes en strafverzwaring bij recidive. Daarnaast is sprake van 'verruiming van het recidivebegrip'.  Dat betekent (in de kern) dat bij het terugkijken naar eerdere overtredingen niet alleen wordt gekeken naar dezelfde overtreding, maar ook naar 'overtredingen van soortgelijke verplichtingen en verboden'. Een derde element is de verlenging van de recidivetermijn bij 'ernstige overtredingen' van vijf naar tien jaar. De verruiming van het recidivebegrip en de verlenging van de terugkijktermijn zijn van belang voor het bevel preventieve stillegging, oftewel: de mogelijkheid om bij de tweede of derde overtreding preventief de werkzaamheden stil te kunnen leggen (vierde element). Tot slot betekent de aanscherping van het sanctiebeleid dat de bestuurlijke afdoening wordt bevorderd. 

De maatregel van de preventieve stillegging is opgenomen in het (nieuwe) artikel 28a van de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet). Het gaat hierbij om het bevel dat door de toezichthouder aangewezen werkzaamheden voor ten hoogste drie maanden worden gestaakt dan wel niet mogen worden aangevangen (lid 1). Vereist is dat eerst een waarschuwing wordt gegeven (lid 2), dus (pas) bij de tweede overtreding kan het bevel worden gegeven. 

Het venijn van de maatregel zit hem mijns inziens ook in hetgeen niet in de bepalingen van artikel 28a Arbowet is opgenomen. Het artikel kent namelijk niet de mogelijkheid van de toezichthouder om het bevel in te trekken inzien naar zijn oordeel 'geen ernstig gevaar meer aanwezig is'. In het artikel over 'stillegging van het werk' (art. 28 Arbowet), is een dergelijke bepaling wel opgenomen (namelijk in lid 4). De preventieve stillegging duurt de eerste keer één maand. De maximale duur is drie maanden.

Indien u als bedrijf wordt geconfronteerd met een bevel preventieve stillegging en u het daar niet mee eens bent, is het van belang zo spoedig mogelijk bezwaar te maken en een voorlopige voorziening aan te vragen bij de  bestuursrechter. 

De Beleidsregel preventieve stillegging arbeids-wetten biedt hiertoe een opening. Hierin is bepaald dat de preventieve stillegging 'in de regel' ingaat 'een week na dagtekening van het bevel tot preventieve stillegging' (artikel 2 lid 1 Beleids-regel). Gezien deze korte termijn is het noodzake-lijk direct actie te ondernemen. Het is een goede zaak daarbij – vooraf – deskundigen in te schakelen.

  1. Kamerstukken II 2011-2012, 33 207, nr. 3, p. 17.