CONTACTNLEN

Voorkomen (verdere) strafvervolging bij overtreding arbo-wetgeving

Melis van der Wulp

Per 1 april 2014 is de Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet (hierna: de Richtlijn) in werking getreden.1  Mede naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (op 1 januari 2013) is de (oude) richtlijn2 op belangrijke punten gewijzigd.3  De Richtlijn behandelt het transactie- en rekwireerbeleid voor de strafrechtelijk te handhaven overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), waaronder een aantal BRZO-feiten.4  

Voor bedrijven die de Arbowetgeving hebben overtreden en (verdere) strafvervolging willen voorkomen, wijst de Richtlijn op enkele belangrijke actiepunten op basis waarvan (verdere) strafvervolging kan worden voorkomen. In de Richtlijn wordt aangegeven in welke gevallen het OM kan volstaan met het aanbieden van een strafbeschikking of transactie (ondanks het advies 'dagvaarden' in deze richtlijn). Met name de volgende passage uit de Richtlijn is hierbij van belang:

'Het aanbieden van een OM-strafbeschikking of een transactie kan bijvoorbeeld de voorkeur genieten indien het bedrijf verdere strafvervolging wil voorkomen en daarbij onomstotelijk duidelijk maakt dat de veiligheid in het bedrijf verbeterd is, alsmede dat voor uitkering aan slachtoffers of nabestaanden is c.q. zal worden zorg gedragen. Deze mogelijkheid kan worden geboden als een herhaling van de overtreding (OM-strafbeschikking) of het misdrijf (transactie) niet is te verwachten'.5

Uit bovenstaande passage kan worden opgemaakt dat het van belang is om - zo snel mogelijk na de geconstateerde overtreding - duidelijk te maken dat de veiligheid in het bedrijf is verbeterd en dat is (of zal) worden zorg gedragen voor uitkering aan de slachtoffers of nabestaanden. Niettemin kan volgens de Richtlijn 'met het oog op de algemene preventie' toch worden gedagvaard, behalve indien 'kan worden volstaan met een kennisgeving aan de producent van de machine die betrokken was bij het arbeidsongeval of de branchegenoten die eenzelfde machine in gebruik hebben of een machine waaraan vergelijkbare gebreken/gevaren kleven'.6  De nieuwe Richtlijn biedt derhalve bruikbare handvatten om gericht te handelen teneinde (verdere) strafvervolging te voorkomen. 

  1. Stcrt. 2014, 8279.
  2. De Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 (2011R022) is hiermee komen te vervallen.
  3. Zie nader over de belangrijkste gevolgen van deze aanscherping voor de handhaving van het Arbo-wetgeving: M.T. van der Wulp en J.T.C. Leliveld, 'Strenger sanctiebeleid Arbo-wetgeving', S&C 2014/1, p. 6-10. Over dit onderwerp verscheen eerder een blog op deze website: 'Strenger sanctiebeleid bij ernstige overtredingen Arbo-wetgeving'.
  4. Het gaat hierbij om de verbodsbepalingen die zijn opgenomen in het Besluit risico?s zware ongevallen 1990 (BRZO), die mede zijn gebaseerd op artikel 6 Arbowet.
  5. Richtlijn, onderdeel 1. 'OM-strafbeschikking (respectievelijk transigeren) of dagvaarden'.
  6. Idem.